Diabetes woordenboek
Woorden boek diabetes
A
Alvleesklier
De alvleesklier, ook wel pancreas genoemd, is een orgaan in de buurt van de maag dat onder andere insuline aanmaakt. De cellen die in de alvleesklier insuline aanmaken, heten bètacellen.
Albumine
Albumine is een bepaald eiwit in het bloed. Als in de urine meer dan een normale hoeveelheid albumine zit, heet dat albuminurie. Dat is dan een aanwijzing voor nierschade (nefropathie)
Atherosclerose / Aderverkalking
Bij Atherosclerose, ook wel aderverkalking genoemd, hebben zich aan de wand van de bloedvaten deeltjes vetten (triglyceriden, LDL-cholesterol) afgezet. Daardoor zijn de bloedvaten vernauwd.
B
Bètacellen
Cellen in de alvleesklier die insuline aanmaken. Ze zitten in groepjes in de zogeheten eilandjes van Langerhans. Bij diabetes type 1 maakt het afweersysteem van het lichaam een vergissing en vernietigt zelf de (meeste) bètacellen. Het lichaam probeert wel nieuwe bètacellen te maken, maar die worden telkens opnieuw aangevallen door het afweersysteem. Daarom moet moeten met met diabetes type 1 zelf insuline inspuiten.
Bloedglucosegehalte
De hoeveelheid suikers, glucose, in het bloed. Wordt ook wel suikergehalte, glucosegehalte of bloedsuikerspiegelgenoemd. Het bloedglucosegehalte wordt aangeduid in mmol/liter, en heet dan een bloedglucosewaarde. Als je diabetes hebt en insuline gebruikt, dan moet je meerdere malen per dag zelf je bloedglucosewaarde bepalen met een vingerprik.
Bloedglucosewaarde
Zie bloedglucosehalte
Bloedsuikerspiegel
Zie bloedglucosehalte. of lees meer over bloedsuikerspiegel en de uitslag van de bloedsuiker test. l
Body Mass Index (BMI)
Een maat voor de verhouding tussen je gewicht en lengte. Het gewicht (in kilo’s) wordt gedeeld door de lengte in het kwadraat (in meters). Een gezond gewicht heb je met een BMI tussen de 20 en 25. Bij een BMI van 25-30 heb je overgewicht en is het getal hoger dan 30 dan is er sprake van ernstig overgewicht, obesitas. Om je BMI makkelijk na te gaan, kijk op
C
Cholesterol
Cholesterol is een belangrijke stof voor het lichaam. Het dient als bouwstof maar ook om bepaalde hormonen aan te maken. Cholesterol wordt voor een groot deel door de lever aangemaakt en voor een deel komt het uit voeding. Te veel cholesterol kan ongezond zijn. Er zijn twee soorten cholesterol:het goede HDL-cholesterol dat slechte vetdeeltjes in de bloedvaten opruimt. het slechte LDL-cholesterol dat blijft plakken aan de wanden van de bloedvaten.
Complicaties
Bijverschijnselen of gevolgen van een ziekte, in dit geval diabetes. Als mensen met diabetes erg vaak te veel suikers in hun bloed hebben, kan er veel mis gaan in het lichaam. Bloedvaten en zenuwen lopen schade op. Er kunnen problemen komen met ogen, nieren, hart en bloedvaten en zenuwen
D
Diabetis, diabetus
Diabetes wordt vaak verkeerd geschreven, veel voorkomende schrijffouten zijn diabetis en diabetus. Het moet zijn: 'diabetes'.
Diabetische voet
Diabetische voet is een andere benaming voor voetproblemen bij mensen met diabetes. Zenuwen en bloedvaatjes raken beschadigd wanneer de bloedsuiker te vaak te hoog is. Dit leidt tot minder gevoel in de voeten, waardoor wondjes niet worden opgemerkt en ook minder goed genezen. Een simpel wondje kan uitgroeien tot een ontsteking of zweer (ulcus), die vaak slecht geneest. In het ergste geval moet een teen, een voet of zelfs delen van het been geamputeerd worden.
E
Eilandjes van Langerhans
Insuline wordt gemaakt in de alvleesklier . De cellen die insuline maken, zitten bij elkaar in groepjes. Door de ronde vorm lijken deze groepjes cellen onder de microscoop op een eilandje. Daarom worden deze groepjes ‘eilandjes’ van Langerhans genoemd.
Eilandjestransplantatie
Al in 1985 vond voor het eerst een transplantatie van de eilandjes van Langerhans plaats. Sinds een paar jaar gebeurt dit ook in Nederland, maar wereldwijd nog steeds maar weinig. De reden hiervoor is dat er veel nadelen zijn. Er is wel veel onderzoek naar hoe de techniek verbeterd kan worden. Zo ook in Nederland, mogelijk gemaakt door het Diabetes Fonds.
G
Gastroparese
Gastroparese heet ook wel 'vertraagde maaglediging', de maag houdt het eten te lang vast. Na verloop van tijd kan het hele zenuwstelsel lijden onder diabetes, ook de zenuwen die de maagbewegingen regelen. Wanneer dat regelsysteem niet meer goed werkt, wordt de snelheid waarmee voedsel vanuit de maag in de darmen komt onvoorspelbaar. Daardoor krijgen mensen soms last van een opgeblazen gevoel, misselijkheid en buikpijn. Naar schatting hebben drie tot vijf van de tien mensen met diabetes hiermee te maken. Soms zijn de klachten niet zo opvallend of weten mensen niet dat het door diabetes komt.
Glucagon
Glucagon is een hormoon dat aangemaakt wordt in de alvleesklier, net als insuline. Wel wordt Glucagon door andere cellen geproduceerd. Glucagon wordt gemaakt door ‘alfacellen’ en insuline door ‘bètacellen’. Beide soorten cellen zitten bij elkaar in de eilandjes van Langerhans. Insuline en glucagon regelen samen de bloedsuikerspiegel.
Glucose
Een vorm van suiker. Er zijn ook nog andere vormen van suiker, bijvoorbeeld fructose. Veel voedingsstoffen worden tijdens het kauwen en later in de maag en darmen omgezet in suikers. Dat gebeurt met alle voedingsmiddelen die koolhydraten bevatten, bijvoorbeeld fruit, melk, brood en aardappelen.
Glucosetolerantie
De mate waarin het lichaam suikers, glucose, uit het bloed kan verwerken. Met die glucosehuishouding kan op verschillende manieren wat misgaan. Zo kan het zijn dat het lichaam minder gevoelig wordt voor insuline, ook wel insulineresistentie genoemd. Daardoor kan de glucose moeilijker uit het bloed worden gehaald. Dat kan uitlopen op diabetes type 2. Maar het kan ook gebeuren dat de alvleesklier gewoon te weinig insuline aanmaakt
Glykemische index
Voor alle voedingsmiddelen kan worden berekend hoe snel ze de bloedsuikerspiegel doen stijgen. Dat gebeurt in de vorm van een percentage dat de glykemische index heet. Die geeft aan hoeveel na het eten van een bepaald voedingsmiddel het bloedsuikergehalte relatief stijgt. Dat wordt dan bekeken ten opzichte van 100% glucose, druivensuiker. Voorbeeld: aardappelpuree of honing wordt razendsnel omgezet in glucose en in het bloed opgenomen (glykemische index van ca. 85%). Daarentegen duurt het bij appels en yoghurt veel langer (index van ca. 35%). De laagste glykemische index, dus de langste omzettingstijd, hebben bijvoorbeeld pinda's (ca 15%).
H
HbA1c
Uitslag van een bloedtest die een idee geeft van de bloedsuikerspiegel van de afgelopen twee tot drie maanden. Hb staat voor hemoglobine, dat is een stof waardoor rode bloedcellen hun kleur krijgen. De test meet hoeveel bloedsuiker zich heeft gehecht aan die hemoglobine. Het HbA1c werd tot april 2010 uitgedrukt in een percentage en daarna in mmol/mol; een goede regulatie zit onder de 53 mmol/mol (7%). Let op: dat percentage is wat anders dan de waarde van de bloedsuiker! Dus een HbA1c van 7% (53 mmol/mol) is heel wat anders dan een bloedsuiker van 7 mmol/l
Honeymoonperiode / honeymoonfase
Wanneer iemand de diagnose diabetes type 1 krijgt, moet hij of zij meteen beginnen met het regelmatig spuiten van insuline. Vaak volgt al snel een periode waarin minder insuline nodig is. Het is dan eenvoudiger om de bloedsuiker te regelen en stabiel te houden. Dit heet de honeymoonfase (wittebroodsweken) genoemd. Het lijkt dan even bijna alsof het wel meevalt met de diabetes
Hyper
Afkorting van hyperglykemie, te hoge bloedsuiker.
Hypertensie
Hypertensie is het medische woord voor hoge bloeddruk. Veel mensen met diabetes hebben hier last vast. Er is nog discussie over hoe hoog (of laag) de bloeddruk bij diabetes zou moeten zijn. De grens is in de afgelopen jaren steeds verder naar beneden bijgesteld naar aanleiding van onderzoeksresultaten. Op dit moment wordt een bloeddruk onder de 130/85 mmHg als ideaal gezien. Hoe hoog of laag de bloeddruk precies moet zijn, bepaalt de dokter per persoon. Bij een hoge bloeddruk is over het algemeen sprake van een bovendruk van meer dan 160 mmHG en een onderdruk van meer dan 95 mmHG.Lees
Hypo
Afkorting van hypoglykemie, te lage bloedsuiker.
Hypoglykemie
Wordt ook een hypo genoemd. Situatie waarbij de bloedsuikerspiegel te laag is, namelijk onder de 4 mmol/liter.
Hypo-unawareness
Engels woord voor het niet voelen aankomen van een hypo, aanval van te lage bloedsuiker. Kan na verloop van tijd gebeuren vooral bij mensen met diabetes type 1. Soms ook bij type 2. Het lichaam geeft geen duidelijke signalen meer waaraan je een hypo merkt. Er zijn trainingen om hypo-unawareness te verminderen.
I
Instellen
Onderzoek van een arts naar hoeveel insuline iemand met diabetes nodig heeft om de bloedsuikerspiegel stabiel te houden. Ieder mens is wat dat betreft uniek: iedere persoon met diabetes heeft een eigen instelling. Bij sommige mensen is het heel moeilijk om een stabiele instelling te bereiken, bij anderen gaat het zonder veel problemen
Insuline
Natuurlijk hormoon dat gemaakt wordt in de alvleesklier. Insuline zorgt ervoor dat glucose uit het bloed kan worden opgenomen in de lichaamscellen. Glucose geeft de cellen de energie die ze nodig hebben. Veel mensen met diabetes injecteren insuline bij zichzelf. Daarvoor zijn er verschillende soorten insuline, variërend van snel- en kortwerkende insulines tot langwerkende insulines.
Insulinepen
Een insuline is een soort pen die lijkt op een vulpen, met een heel dun injectienaaldje. In de pen zit een vulling met insuline. Je kunt instellen hoeveel insuline je per keer spuit.
Insulinepomp
Een klein apparaatje dat langzaam via een slangetje en een naaldje insuline in de buik afgeeft aan het lichaam. Het pompje heeft vaak zelfs een afstandsbediening.
Insulineresistentie
Het lichaam is minder gevoelig of ongevoelig voor insuline. Daardoor wordt bloedsuiker niet meer goed uit het bloed gehaald. Er komt veel kijken bij insulineresistentie en er wordt volop onderzoek gedaan naar wat precies de achterliggende redenen en mechanismen zijn. Overgewicht speelt in ieder geval een grote rol.
J
Jeugddiabetes
Jeugddiabetis is een verouderd woord voor diabetes type 1. Vroeger werd diabetes type 1 zo genoemd omdat de meeste mensen onder de 30 jaar zijn als ze het krijgen. Het is wat misleidend om het jeugddiabetes te noemen, want diabetes type 1 houd je de rest van je leven. Ook kun je het op alle leeftijden nog krijgen.
K
Keto-acidose
Bij een tekort aan insuline kan de bloedsuiker heel hoog oplopen. Het lichaam zoekt een andere brandstof en gaat vetten verbranden. Daarbij komen afbraakstoffen vrij: ketonen. Die verzuren letterlijk het bloed: keto-acidose. Symptomen zijn een snelle diepe ademhaling en braken. De adem ruikt naar aceton. Keto-acidose moet snel door een arts worden behandeld, anders kan iemand in coma raken. Keto-acidose komt voornamelijk bij diabetes type 1 voor.
Koolhydraten
Verzamelnaam voor suikers en zetmeel. Koolhydraten zitten bijvoorbeeld in fruit, suiker, melk, brood, aardappelen, macaroni en rijst.
L
LADA
Afkorting van de Engelse naam Latent Autoimmune Diabetes in Adults. Mensen met LADAkrijgen in de praktijk meestal de diagnose diabetes type 2 omdat ze vaak nog een tijdje zonder insuline spuiten toe kunnen. Vooral naar verhouding jonge, slanke mensen die ‘type 2’ diabetes krijgen, blijken vaak LADA te hebben. Zij kunnen beter direct worden behandeld met insuline in plaats van tabletten. Naar schatting heeft 15 procent van de mensen met de diagnose type 2 diabetes eigenlijk de LADA-vorm.
M
Metabool syndroom
Veel mensen met type 2 diabetes hebben al voordat ze diabetes krijgen, al last van een samenspel van verschillende problemen in het lichaam. De combinatie van die dingen wordt ook wel metabool syndroom genoemd. Het metabool syndroom gaat samen met een verhoogd risico van hart- en vaatziekten. Je hebt last van het metabool syndroom als je voldoet aan de volgende kenmerken:
Mmol/liter
Aanduiding voor de bloedsuikerwaarde (bloedglucose). In de ideale situatie schommelt de bloedsuiker tussen de 4 en 8 mmol/liter. Mensen die insuline gebruiken moeten liefst meerdere malen per dag zelf hun bloedsuikerwaarde bepalen, met een vingerprik. In België, Duitsland en de Verenigde Staten gebruikt men de maat mg/dl. Om mmol/l om te rekenen naar mg/dl, vermenigvuldig je het getal met 18.
N
Nefropathie
Nieraandoening die kan ontstaan bij mensen met diabetes. De nieren zuiveren het bloed van afvalstoffen. Door diabetes kan er te veel bindweefsel in de nieren ontstaan, waardoor ze steeds minder goed kunnen filteren. Hierdoor kunnen afvalstoffen toch in het lichaam blijven die anders via de urine het lichaam zouden verlaten.
Neuropathie
Aandoening van het zenuwstelsel. Als de bloedsuikerspiegel jarenlang vaak te hoog is, kunnen zenuwen in het hele lichaam beschadigd raken. Dat kan leiden tot uiteenlopende klachten en problemen. Zo kun je last krijgen van maag en darmen, pijnlijke of juist gevoelloze ledematen
NIDDM
Engelse afkorting voor Non-Insulin-Dependent Diabetes Mellitus, oftewel niet-insuline-afhankelijke diabetes. Dat is een medische term voor diabetes type 2. Al gebruiken veel mensen met diabetes type 2 ook insuline, ze zijn er meestal niet helemaal van afhankelijk om te overleven, zoals mensen met diabetes type 1.
O
Orale glucose tolerantie test (OGTT)
Ook suikerwatertest genoemd. Artsen bepalen soms met deze test of iemand problemen met de suikerstofwisseling (glucosehuishouding), en dus (bijna) diabetes, heeft. Na het drinken van suikerwater wordt gemeten hoe snel dat door het lichaam wordt verwerkt.
Ouderdomsdiabetes
Verouderd woord voor diabetes type 2. Vroeger werd het zo genoemd omdat vooral oudere mensen diabetes type 2 kregen. Tegenwoordig kunnen mensen van alle leeftijden het krijgen. Daarom is het woord ouderdomsdiabetes (of ouderdomssuiker) afgeschaft.
Pancreas
Alvleesklier. Een orgaan in de buurt van de maag dat onder andere insuline aanmaakt
Prediabetes
Prediabetes is een voorfase van diabetes type 2. Het lichaam wordt in deze fase al minder gevoelig voor insuline en heeft hierdoor meer moeite met de verwerking van glucose (bloedsuiker). De bloedsuikerwaarden zijn al iets hoger, maar nog niet zo hoog dat iemand diabetes heeft. Mensen met prediabetes hebben ook nog niet de symptomen van diabetes, of ze hebben die slechts een beetje.
R
Retinopathie
Oogaandoening. Diabetes beschadigt de kleine bloedvaatjes in het netvlies van de ogen. Hierdoor ontstaan bloedinkjes en littekenweefsel. Nieuw aangelegde bloedvaatjes zijn zo teer dat ze ook vaak kapot gaan, wat ook weer zorgt voor bloedinkjes. Dit leidt op den duur tot slechtziendheid. Zonder behandeling kan het zelfs uitmonden in blindheid.
Triglyceriden
Deeltjes vet in het bloed die niet oplossen maar aan de wanden van de bloedvaten gaan plakken. Dat kan leiden tot aderverkalking. De hoeveelheid triglyceriden hangt samen met voeding, lichaamsbeweging, roken, erfelijke aanleg en eventuele medicijnen.
U
Ulcus / ulceratie
Zweer aan voeten die kan ontstaan als bijvoorbeeld een ontstoken wondje uit de hand loopt. Door diabetes wordt de doorbloeding in de benen en voeten slechter. Zenuwen raken beschadigd en er zit minder gevoel in de voeten. Daardoor worden wondjes minder snel opgemerkt, en infecties genezen ook moeilijker. Door die zenuwuitval kunnen mensen ook een andere houding met lopen aannemen. De drukveranderingen in de voet die daardoor ontstaan, kunnen op hun beurt ook leiden tot zweren.
Z
Zelfcontrole
Heb je diabetes, dan moet je een paar keer per dag zelf je bloedglucosespiegel (bloedsuiker) controleren. Dat doe je met een glucosemeter, die in een druppel bloed het glucosegehalte meet. Daarvoor moet je in je vinger prikken met een speciaal vingerprik-apparaatje.
Zwangerschapsdiabetes
Zwangerschapsdiabetes is een tijdelijke vorm van diabetes die kan ontstaan na de 24e week van de zwangerschap. Dat gebeurt onder invloed van de hormonen die worden aangemaakt tijdens de zwangerschap. Die hormonen remmen de werking van insuline af. Daardoor wordt de bloedsuikerspiegel te hoog. Na de bevalling verdwijnt de diabetes heel snel, meestal binnen 24 uur.
A
Alvleesklier
De alvleesklier, ook wel pancreas genoemd, is een orgaan in de buurt van de maag dat onder andere insuline aanmaakt. De cellen die in de alvleesklier insuline aanmaken, heten bètacellen.
Albumine
Albumine is een bepaald eiwit in het bloed. Als in de urine meer dan een normale hoeveelheid albumine zit, heet dat albuminurie. Dat is dan een aanwijzing voor nierschade (nefropathie)
Atherosclerose / Aderverkalking
Bij Atherosclerose, ook wel aderverkalking genoemd, hebben zich aan de wand van de bloedvaten deeltjes vetten (triglyceriden, LDL-cholesterol) afgezet. Daardoor zijn de bloedvaten vernauwd.
B
Bètacellen
Cellen in de alvleesklier die insuline aanmaken. Ze zitten in groepjes in de zogeheten eilandjes van Langerhans. Bij diabetes type 1 maakt het afweersysteem van het lichaam een vergissing en vernietigt zelf de (meeste) bètacellen. Het lichaam probeert wel nieuwe bètacellen te maken, maar die worden telkens opnieuw aangevallen door het afweersysteem. Daarom moet moeten met met diabetes type 1 zelf insuline inspuiten.
Bloedglucosegehalte
De hoeveelheid suikers, glucose, in het bloed. Wordt ook wel suikergehalte, glucosegehalte of bloedsuikerspiegelgenoemd. Het bloedglucosegehalte wordt aangeduid in mmol/liter, en heet dan een bloedglucosewaarde. Als je diabetes hebt en insuline gebruikt, dan moet je meerdere malen per dag zelf je bloedglucosewaarde bepalen met een vingerprik.
Bloedglucosewaarde
Zie bloedglucosehalte
Bloedsuikerspiegel
Zie bloedglucosehalte. of lees meer over bloedsuikerspiegel en de uitslag van de bloedsuiker test. l
Body Mass Index (BMI)
Een maat voor de verhouding tussen je gewicht en lengte. Het gewicht (in kilo’s) wordt gedeeld door de lengte in het kwadraat (in meters). Een gezond gewicht heb je met een BMI tussen de 20 en 25. Bij een BMI van 25-30 heb je overgewicht en is het getal hoger dan 30 dan is er sprake van ernstig overgewicht, obesitas. Om je BMI makkelijk na te gaan, kijk op
C
Cholesterol
Cholesterol is een belangrijke stof voor het lichaam. Het dient als bouwstof maar ook om bepaalde hormonen aan te maken. Cholesterol wordt voor een groot deel door de lever aangemaakt en voor een deel komt het uit voeding. Te veel cholesterol kan ongezond zijn. Er zijn twee soorten cholesterol:het goede HDL-cholesterol dat slechte vetdeeltjes in de bloedvaten opruimt. het slechte LDL-cholesterol dat blijft plakken aan de wanden van de bloedvaten.
Complicaties
Bijverschijnselen of gevolgen van een ziekte, in dit geval diabetes. Als mensen met diabetes erg vaak te veel suikers in hun bloed hebben, kan er veel mis gaan in het lichaam. Bloedvaten en zenuwen lopen schade op. Er kunnen problemen komen met ogen, nieren, hart en bloedvaten en zenuwen
D
Diabetis, diabetus
Diabetes wordt vaak verkeerd geschreven, veel voorkomende schrijffouten zijn diabetis en diabetus. Het moet zijn: 'diabetes'.
Diabetische voet
Diabetische voet is een andere benaming voor voetproblemen bij mensen met diabetes. Zenuwen en bloedvaatjes raken beschadigd wanneer de bloedsuiker te vaak te hoog is. Dit leidt tot minder gevoel in de voeten, waardoor wondjes niet worden opgemerkt en ook minder goed genezen. Een simpel wondje kan uitgroeien tot een ontsteking of zweer (ulcus), die vaak slecht geneest. In het ergste geval moet een teen, een voet of zelfs delen van het been geamputeerd worden.
E
Eilandjes van Langerhans
Insuline wordt gemaakt in de alvleesklier . De cellen die insuline maken, zitten bij elkaar in groepjes. Door de ronde vorm lijken deze groepjes cellen onder de microscoop op een eilandje. Daarom worden deze groepjes ‘eilandjes’ van Langerhans genoemd.
Eilandjestransplantatie
Al in 1985 vond voor het eerst een transplantatie van de eilandjes van Langerhans plaats. Sinds een paar jaar gebeurt dit ook in Nederland, maar wereldwijd nog steeds maar weinig. De reden hiervoor is dat er veel nadelen zijn. Er is wel veel onderzoek naar hoe de techniek verbeterd kan worden. Zo ook in Nederland, mogelijk gemaakt door het Diabetes Fonds.
G
Gastroparese
Gastroparese heet ook wel 'vertraagde maaglediging', de maag houdt het eten te lang vast. Na verloop van tijd kan het hele zenuwstelsel lijden onder diabetes, ook de zenuwen die de maagbewegingen regelen. Wanneer dat regelsysteem niet meer goed werkt, wordt de snelheid waarmee voedsel vanuit de maag in de darmen komt onvoorspelbaar. Daardoor krijgen mensen soms last van een opgeblazen gevoel, misselijkheid en buikpijn. Naar schatting hebben drie tot vijf van de tien mensen met diabetes hiermee te maken. Soms zijn de klachten niet zo opvallend of weten mensen niet dat het door diabetes komt.
Glucagon
Glucagon is een hormoon dat aangemaakt wordt in de alvleesklier, net als insuline. Wel wordt Glucagon door andere cellen geproduceerd. Glucagon wordt gemaakt door ‘alfacellen’ en insuline door ‘bètacellen’. Beide soorten cellen zitten bij elkaar in de eilandjes van Langerhans. Insuline en glucagon regelen samen de bloedsuikerspiegel.
Glucose
Een vorm van suiker. Er zijn ook nog andere vormen van suiker, bijvoorbeeld fructose. Veel voedingsstoffen worden tijdens het kauwen en later in de maag en darmen omgezet in suikers. Dat gebeurt met alle voedingsmiddelen die koolhydraten bevatten, bijvoorbeeld fruit, melk, brood en aardappelen.
Glucosetolerantie
De mate waarin het lichaam suikers, glucose, uit het bloed kan verwerken. Met die glucosehuishouding kan op verschillende manieren wat misgaan. Zo kan het zijn dat het lichaam minder gevoelig wordt voor insuline, ook wel insulineresistentie genoemd. Daardoor kan de glucose moeilijker uit het bloed worden gehaald. Dat kan uitlopen op diabetes type 2. Maar het kan ook gebeuren dat de alvleesklier gewoon te weinig insuline aanmaakt
Glykemische index
Voor alle voedingsmiddelen kan worden berekend hoe snel ze de bloedsuikerspiegel doen stijgen. Dat gebeurt in de vorm van een percentage dat de glykemische index heet. Die geeft aan hoeveel na het eten van een bepaald voedingsmiddel het bloedsuikergehalte relatief stijgt. Dat wordt dan bekeken ten opzichte van 100% glucose, druivensuiker. Voorbeeld: aardappelpuree of honing wordt razendsnel omgezet in glucose en in het bloed opgenomen (glykemische index van ca. 85%). Daarentegen duurt het bij appels en yoghurt veel langer (index van ca. 35%). De laagste glykemische index, dus de langste omzettingstijd, hebben bijvoorbeeld pinda's (ca 15%).
H
HbA1c
Uitslag van een bloedtest die een idee geeft van de bloedsuikerspiegel van de afgelopen twee tot drie maanden. Hb staat voor hemoglobine, dat is een stof waardoor rode bloedcellen hun kleur krijgen. De test meet hoeveel bloedsuiker zich heeft gehecht aan die hemoglobine. Het HbA1c werd tot april 2010 uitgedrukt in een percentage en daarna in mmol/mol; een goede regulatie zit onder de 53 mmol/mol (7%). Let op: dat percentage is wat anders dan de waarde van de bloedsuiker! Dus een HbA1c van 7% (53 mmol/mol) is heel wat anders dan een bloedsuiker van 7 mmol/l
Honeymoonperiode / honeymoonfase
Wanneer iemand de diagnose diabetes type 1 krijgt, moet hij of zij meteen beginnen met het regelmatig spuiten van insuline. Vaak volgt al snel een periode waarin minder insuline nodig is. Het is dan eenvoudiger om de bloedsuiker te regelen en stabiel te houden. Dit heet de honeymoonfase (wittebroodsweken) genoemd. Het lijkt dan even bijna alsof het wel meevalt met de diabetes
Hyper
Afkorting van hyperglykemie, te hoge bloedsuiker.
Hypertensie
Hypertensie is het medische woord voor hoge bloeddruk. Veel mensen met diabetes hebben hier last vast. Er is nog discussie over hoe hoog (of laag) de bloeddruk bij diabetes zou moeten zijn. De grens is in de afgelopen jaren steeds verder naar beneden bijgesteld naar aanleiding van onderzoeksresultaten. Op dit moment wordt een bloeddruk onder de 130/85 mmHg als ideaal gezien. Hoe hoog of laag de bloeddruk precies moet zijn, bepaalt de dokter per persoon. Bij een hoge bloeddruk is over het algemeen sprake van een bovendruk van meer dan 160 mmHG en een onderdruk van meer dan 95 mmHG.Lees
Hypo
Afkorting van hypoglykemie, te lage bloedsuiker.
Hypoglykemie
Wordt ook een hypo genoemd. Situatie waarbij de bloedsuikerspiegel te laag is, namelijk onder de 4 mmol/liter.
Hypo-unawareness
Engels woord voor het niet voelen aankomen van een hypo, aanval van te lage bloedsuiker. Kan na verloop van tijd gebeuren vooral bij mensen met diabetes type 1. Soms ook bij type 2. Het lichaam geeft geen duidelijke signalen meer waaraan je een hypo merkt. Er zijn trainingen om hypo-unawareness te verminderen.
I
Instellen
Onderzoek van een arts naar hoeveel insuline iemand met diabetes nodig heeft om de bloedsuikerspiegel stabiel te houden. Ieder mens is wat dat betreft uniek: iedere persoon met diabetes heeft een eigen instelling. Bij sommige mensen is het heel moeilijk om een stabiele instelling te bereiken, bij anderen gaat het zonder veel problemen
Insuline
Natuurlijk hormoon dat gemaakt wordt in de alvleesklier. Insuline zorgt ervoor dat glucose uit het bloed kan worden opgenomen in de lichaamscellen. Glucose geeft de cellen de energie die ze nodig hebben. Veel mensen met diabetes injecteren insuline bij zichzelf. Daarvoor zijn er verschillende soorten insuline, variërend van snel- en kortwerkende insulines tot langwerkende insulines.
Insulinepen
Een insuline is een soort pen die lijkt op een vulpen, met een heel dun injectienaaldje. In de pen zit een vulling met insuline. Je kunt instellen hoeveel insuline je per keer spuit.
Insulinepomp
Een klein apparaatje dat langzaam via een slangetje en een naaldje insuline in de buik afgeeft aan het lichaam. Het pompje heeft vaak zelfs een afstandsbediening.
Insulineresistentie
Het lichaam is minder gevoelig of ongevoelig voor insuline. Daardoor wordt bloedsuiker niet meer goed uit het bloed gehaald. Er komt veel kijken bij insulineresistentie en er wordt volop onderzoek gedaan naar wat precies de achterliggende redenen en mechanismen zijn. Overgewicht speelt in ieder geval een grote rol.
J
Jeugddiabetes
Jeugddiabetis is een verouderd woord voor diabetes type 1. Vroeger werd diabetes type 1 zo genoemd omdat de meeste mensen onder de 30 jaar zijn als ze het krijgen. Het is wat misleidend om het jeugddiabetes te noemen, want diabetes type 1 houd je de rest van je leven. Ook kun je het op alle leeftijden nog krijgen.
K
Keto-acidose
Bij een tekort aan insuline kan de bloedsuiker heel hoog oplopen. Het lichaam zoekt een andere brandstof en gaat vetten verbranden. Daarbij komen afbraakstoffen vrij: ketonen. Die verzuren letterlijk het bloed: keto-acidose. Symptomen zijn een snelle diepe ademhaling en braken. De adem ruikt naar aceton. Keto-acidose moet snel door een arts worden behandeld, anders kan iemand in coma raken. Keto-acidose komt voornamelijk bij diabetes type 1 voor.
Koolhydraten
Verzamelnaam voor suikers en zetmeel. Koolhydraten zitten bijvoorbeeld in fruit, suiker, melk, brood, aardappelen, macaroni en rijst.
L
LADA
Afkorting van de Engelse naam Latent Autoimmune Diabetes in Adults. Mensen met LADAkrijgen in de praktijk meestal de diagnose diabetes type 2 omdat ze vaak nog een tijdje zonder insuline spuiten toe kunnen. Vooral naar verhouding jonge, slanke mensen die ‘type 2’ diabetes krijgen, blijken vaak LADA te hebben. Zij kunnen beter direct worden behandeld met insuline in plaats van tabletten. Naar schatting heeft 15 procent van de mensen met de diagnose type 2 diabetes eigenlijk de LADA-vorm.
M
Metabool syndroom
Veel mensen met type 2 diabetes hebben al voordat ze diabetes krijgen, al last van een samenspel van verschillende problemen in het lichaam. De combinatie van die dingen wordt ook wel metabool syndroom genoemd. Het metabool syndroom gaat samen met een verhoogd risico van hart- en vaatziekten. Je hebt last van het metabool syndroom als je voldoet aan de volgende kenmerken:
- Grotere taille-omvang: groter of gelijk aan 80 cm (vrouwen) of groter of gelijk aan 94 cm (mannen) plus twee of meer van de volgende risicofactoren:
- Hoge bloeddruk, ongeacht of je er al voor wordt behandeld.
- Abnormale bloedvetten. Het triglyceridengehalte en de hoeveelheid LDL (het ‘slechte’ cholesterol) zijn verhoogd – tel deze twee ieder apart als risicofactor.
Mmol/liter
Aanduiding voor de bloedsuikerwaarde (bloedglucose). In de ideale situatie schommelt de bloedsuiker tussen de 4 en 8 mmol/liter. Mensen die insuline gebruiken moeten liefst meerdere malen per dag zelf hun bloedsuikerwaarde bepalen, met een vingerprik. In België, Duitsland en de Verenigde Staten gebruikt men de maat mg/dl. Om mmol/l om te rekenen naar mg/dl, vermenigvuldig je het getal met 18.
N
Nefropathie
Nieraandoening die kan ontstaan bij mensen met diabetes. De nieren zuiveren het bloed van afvalstoffen. Door diabetes kan er te veel bindweefsel in de nieren ontstaan, waardoor ze steeds minder goed kunnen filteren. Hierdoor kunnen afvalstoffen toch in het lichaam blijven die anders via de urine het lichaam zouden verlaten.
Neuropathie
Aandoening van het zenuwstelsel. Als de bloedsuikerspiegel jarenlang vaak te hoog is, kunnen zenuwen in het hele lichaam beschadigd raken. Dat kan leiden tot uiteenlopende klachten en problemen. Zo kun je last krijgen van maag en darmen, pijnlijke of juist gevoelloze ledematen
NIDDM
Engelse afkorting voor Non-Insulin-Dependent Diabetes Mellitus, oftewel niet-insuline-afhankelijke diabetes. Dat is een medische term voor diabetes type 2. Al gebruiken veel mensen met diabetes type 2 ook insuline, ze zijn er meestal niet helemaal van afhankelijk om te overleven, zoals mensen met diabetes type 1.
O
Orale glucose tolerantie test (OGTT)
Ook suikerwatertest genoemd. Artsen bepalen soms met deze test of iemand problemen met de suikerstofwisseling (glucosehuishouding), en dus (bijna) diabetes, heeft. Na het drinken van suikerwater wordt gemeten hoe snel dat door het lichaam wordt verwerkt.
Ouderdomsdiabetes
Verouderd woord voor diabetes type 2. Vroeger werd het zo genoemd omdat vooral oudere mensen diabetes type 2 kregen. Tegenwoordig kunnen mensen van alle leeftijden het krijgen. Daarom is het woord ouderdomsdiabetes (of ouderdomssuiker) afgeschaft.
Pancreas
Alvleesklier. Een orgaan in de buurt van de maag dat onder andere insuline aanmaakt
Prediabetes
Prediabetes is een voorfase van diabetes type 2. Het lichaam wordt in deze fase al minder gevoelig voor insuline en heeft hierdoor meer moeite met de verwerking van glucose (bloedsuiker). De bloedsuikerwaarden zijn al iets hoger, maar nog niet zo hoog dat iemand diabetes heeft. Mensen met prediabetes hebben ook nog niet de symptomen van diabetes, of ze hebben die slechts een beetje.
R
Retinopathie
Oogaandoening. Diabetes beschadigt de kleine bloedvaatjes in het netvlies van de ogen. Hierdoor ontstaan bloedinkjes en littekenweefsel. Nieuw aangelegde bloedvaatjes zijn zo teer dat ze ook vaak kapot gaan, wat ook weer zorgt voor bloedinkjes. Dit leidt op den duur tot slechtziendheid. Zonder behandeling kan het zelfs uitmonden in blindheid.
Triglyceriden
Deeltjes vet in het bloed die niet oplossen maar aan de wanden van de bloedvaten gaan plakken. Dat kan leiden tot aderverkalking. De hoeveelheid triglyceriden hangt samen met voeding, lichaamsbeweging, roken, erfelijke aanleg en eventuele medicijnen.
U
Ulcus / ulceratie
Zweer aan voeten die kan ontstaan als bijvoorbeeld een ontstoken wondje uit de hand loopt. Door diabetes wordt de doorbloeding in de benen en voeten slechter. Zenuwen raken beschadigd en er zit minder gevoel in de voeten. Daardoor worden wondjes minder snel opgemerkt, en infecties genezen ook moeilijker. Door die zenuwuitval kunnen mensen ook een andere houding met lopen aannemen. De drukveranderingen in de voet die daardoor ontstaan, kunnen op hun beurt ook leiden tot zweren.
Z
Zelfcontrole
Heb je diabetes, dan moet je een paar keer per dag zelf je bloedglucosespiegel (bloedsuiker) controleren. Dat doe je met een glucosemeter, die in een druppel bloed het glucosegehalte meet. Daarvoor moet je in je vinger prikken met een speciaal vingerprik-apparaatje.
Zwangerschapsdiabetes
Zwangerschapsdiabetes is een tijdelijke vorm van diabetes die kan ontstaan na de 24e week van de zwangerschap. Dat gebeurt onder invloed van de hormonen die worden aangemaakt tijdens de zwangerschap. Die hormonen remmen de werking van insuline af. Daardoor wordt de bloedsuikerspiegel te hoog. Na de bevalling verdwijnt de diabetes heel snel, meestal binnen 24 uur.